Ga naar de inhoud

Het gevecht dat straatfotografie heet

    In een onbewaakt ogenblik bingede ik zowel de documentaire over fotograferend kindermeisje Vivian Maier als die over geweldenaar Garry Winogrand op NPO.

    De reeks ā€œClose Upā€ is fantastisch. Verschillende documentaires, maar met een duidelijke rode lijn: heel veel foto’s van heel veel onbekende mensen. Maier en Winogrand maakten zoveel (straat-)foto’s, dat ze uiteindelijk honderden rolletjes achterlieten. Onontwikkelde rolletjes, foto’s die ze uiteindelijk zelf nooit hebben gezien.

    Het gevecht dat straatfotografie heet | Michiel Heijmans Fotografie - 1 -

    Foto’s van gestolen momenten, belangrijk of juist nietszeggend. Momenten in restaurants, bars, dierentuinen. Selfies van schaduwen, reflecties en gezinnen, al dan niet die van henzelf. Hele winkelstraten, evenementen. Mensen die rookten op het kinderdagverblijf en naakt zwommen in publieke fonteinen. Het waren andere tijden, ook voor de straatfotograaf. Privacy betekende dat je toiletdeur op slot kon.

    De rode draad door straatfotografieworkhops en -lezingen is die overkoepelende vraag: ā€œMag het nu allemaal wel wat wij, de straatfotografen doenā€. Het voelt bijna belangrijker dan het creatieve proces. ā€œMag het wel?ā€ De angst dat iemand straks tegen je zegt dat hij/zij/hen niet op de foto wil(len) en wat je dan wel niet denkt dat je aan het doen bent met je camera.

    Dezelfde mensen die niet nadenken over 24 uurs cameratoezicht in parkeergarages, winkelstraten en op stranden. ā€œWat ben jij aan het doen? Je hebt geen recht om mijn portret te maken.ā€ Mede door de komst van de AVG en het gewoon worden van social media zijn we ons bewuster dan ooit van onze privacy en sommigen willen die privacy liefst zover mogelijk doorvoeren.

    Een foto, hoe goed en met respect genomen ook, is verworden tot een bedreiging van die privacy, al weten we niet precies wat die privacy nu inhoud, laat staan wat het effect is van een genomen foto. We streven een ambigu concept na zonder het grote plaatje te willen zien. Natuurlijk, sommige foto’s verdienen niet de schoonheidsprijs, maar we vergeten de fotografen aan te moedigen die ons helpen momenten vast te leggen die we niet willen vergeten.

    In het verlengde van het klagen slaat Google elke meter die we lopen op en weet TikTok alles van dat ondeugende Whatsapp bericht naar die ene collega. Whatsapp, dus Facebook leest ook mee. We proberen stiekem sigaretten te kopen en worden vastgelegd op beelden die pas over twee weken wordt gewist, met voldoende tijd om een filmpje te maken op X, voorheen Twitter, teneinde een winkeldief te pakken. Terecht dat ie opgespoord wordt, natuurlijk. Maar dat is niet mijn punt. Daar sta je dan, bij Opsporing Verzocht, duidelijk zichtbaar door je opzichtige horloge, met onzichtbaar gemaakt gezicht.

    Met weemoed kijk ik de eerdergenoemde documentaires en vraag me af waarom die mensen vroeger niet aan de bel trokken. Waarom er niet massaal geklaagd werd over de schending van privacy door straatfotografen die je pontificaal in je gezicht flitsten en soms wel meer dan een miljoen verdienden met foto’s van mensen die geen idee hadden dat ze in boeken, op t-shirts en in musea te zien zijn.

    Ik denk dat, in het grote geheel der dingen, dat ene genomen portret zo ontzettend onbeduidend is dat mensen zich er gewoon niet zo druk om maakten. Zelfs niet toen in de jaren 1970-1980 drommen straatfotografen zich verzamelden in de stadscentra. Het maakt gewoon niet zoveel uit. Die ene foto waarop jij net uitglijdt over een bananenschil is nog niet gemaakt, en dat wordt ie waarschijnlijk ook niet.

    Sterker nog, als ie wel gemaakt wordt, sta je er waarschijnlijk niet eens herkenbaar op. Die foto waarop je gezellig met je vriend of vriendin door de stad loopt, gebukt onder je paraplu de regen ontwijkt, of net rustig wat zit te drinken op een terras, de zon precies op je gezicht, is eigenlijk best een leuke foto.

    We zijn zenuwachtig gemaakt met een vals gevoel van privacy en gebruiken dat als een excuus om te klagen, boos te worden en een confrontatie met de fotograaf op te zoeken. Ik voel de aandrang nog meer foto’s te maken. Om op zoek te gaan naar mensen onder een beveiligingscamera, ze te fotograferen en te vragen welke camera ze meer stoort. Voor welke camera ze meer angst hebben. Ik denk aan de kunstenaar Banksy, maar besef me dat ik de ene privacy niet kan inruilen voor de andere. Het is geen wedstrijd.

    Ik dacht aan straatfotografie zonder gezichten, een onmogelijkheid. Het werkveld van de straatfotografie is te breed om je te beperken. Het documenterende karakter wringt met het zogenaamde fine art aspect. Mensen maken de stad, met emoties en frustraties, met hun glimlach en grimas. Zoals we naar films kijken, trekt de stad voorbij aan de straatfotograaf. Zonder de hoofdpersonen van nu, begrijpen we het verloop van de film niet. We missen context. Het wordt een uit het verhaal gerukte seconde slapstick, een versteende landschapsfoto zonder karakter.

    Ik betrap me erop dat ik het regelmatig met anderen heb over ā€œinteressante onderwerpenā€, in plaats van ā€œaansprekende mensenā€. Misschien is het een onbewuste manier om het hangijzer privacy te omzeilen. Niet de wet, maar het zwaard van Damocles.

    Natuurlijk blijf ik documenteren. Door middel van slappe smoezen als journalistieke en artistieke vrijheid praat ik goed wat in sneltreinvaart een onomkeerbare passie is geworden: het documenteren van het nu, in mooie plaatjes en starende blikken. Het zijn geen smoezen voor mezelf, maar woorden waarmee ik de onzeker geworden figuranten sus. Gerust stel. Ik stuur je met plezier de foto’s op.

    Ik documenteer het nu door met mijn camera mensen te zoeken die wel of niet in de gaten hebben dat ik een foto maak. In de vaste overtuiging dat sommige van mijn foto’s uiteindelijk over vijftig jaar worden bekeken en dat er dan iemand zegt: ā€œGelukkig hebben we de foto’s nog.ā€

    Dit artikel verscheen eerder in Focus Magazine (het beste fotoblad van Nederland), waarvoor ik in 2023 en 2024 elke editie een column mocht schrijven.